St.-Thomascollege en hoe het verder ging ……
In het begin van de negentiende eeuw kende Venlo als Limburgse gemeente een “Ecole secondaire” en dat werd later “College”. In 1831 werd de Hogere Stadsschool opgericht. De kerkelijke autoriteiten zorgden in 1890 voor een Progymnasium. In 1903 besloot het kerkbestuur een eigen gebouw te betrekken aan de Hogeweg in Venlo. Een nieuw gebouw werd in 1904 betrokken met subsidie voor 10 jaar op voorwaarde, dat het gymnasium deel uitmaakte van het college.
In 1920 verschenen vanuit Eindhoven 3 paters Augustijnen (Vermeulen, Woerdeman en Wilderbeek) om het onderwijs te versterken. De naam van de school werd toen op 13 september 1920 officiëel:  St.-Thomascollege.
In 1930 werd een eigen gebouw voor het internaat in gebruik genomen. Er konden ongeveer 70 priesterstudenten samen met de andere leerlingen het onderwijs volgen. Zo ontstond een soort open seminarie.  Een brochure met beschrijving (1957)
De meeste paters hadden hun werkterrein op het Thomascollege, dat later is op gegaan in het huidige Valuascollege. De kloostergemeenschap, ofwel het convent, en school zijn vanaf het begin sterk met elkaar verbonden geweest. De benaming in Limburg werd dan ook ‘het schoolconvent’ van Venlo. In 1967 werd op het terrein naast het internaat een nieuw klooster gebouwd waarin de paters een jaar later introkken.
Gerard van der Sande was de laatste Augustijn die nog aan de school verbonden was.
In 1984 nam Amandus Vermeulen, de laatste Augustijn als rector, afscheid van het Thomascollege. In 1997 was het de beurt aan Gerard van der Sanden die als conrector en allerlaatst Augustijn afscheid nam van het Thomascollege.
Bijna negentig jaar hebben de paters aan de Hogeweg gewoond.(1920-2007) 
Nu hebben we te maken met het Valuascollege. 
Op donderdag 6 september 1956 begon mijn schoolloopbaan in klas 1A van het Gymnasium op het St.-Thomascollege (Hogeweg 24, te Venlo). 
1e rij vlnr:Ad van Beek, Sef Schuurmans, Peter Botman, Pater Miltenburg o.e.s.a., Jan Ras, Wim Weis, Harrie Abrahams 2e rij vlnr:Frans v.d. Voort, Geert Poeth, Jan van Dijk, Paul Holmes, Johny Nelissen, Harrie Keizers,Gerrie van Lomm,Theo Pas, Jacques Jacobs 3e rij vlnr:Tjeerd van Hooft,Paul Veldman,Gerard v.d. Boogaards,Johny Aarts,Frans Korsten,Frits Pollé, Paul Gielen,Louis Hooft 4e rij vlnr:Stef Vliek, Herman Schagen,Gerard v. Vlokhoven. 
Gedurende de daarop volgende schooljaren (t/m 28 juni 1963) gebeurde er veel. Te veel om het allemaal te vermelden. Met behulp van de nog bij mij aanwezige realia (foto’s, schoolagenda's,schoolkranten,gedenkboeken, feestprogramma’s) zal het een “boerengreep”worden.
Naast de cyclus van de lessen van maandag t/m zaterdagochtend was er ook een aanbod sport en cultuur. Als intern (bewoner van het internaat) was het vrij eenvoudig je aan te melden bij het schoolkoor en schooltoneel. Er waren natuurlijk ook sportactiviteiten in schoolverband, maar die waren voor de internen vrijwel onmogelijk. Daarentegen organiseerde de prefect cum suis voor de internen gelijksoortige activiteiten. Overigens de prefect met zijn assistenten runde het internaat, dat gemiddeld 80 jongens huisvestte. Pater F. Sleegers o.e.s.a. was in mijn periode tot 1962 prefect van het internaat. Samen met 2 andere paters (o.a. pater Neyzen, pater Smit, pater Pannekeet) droegen zij de verantwoordelijkheid voor de dagelijkse gang op het internaat van jongens (80), die voor het merendeel in de puberteit verkeerden. Dus af en toe recalcitrant. Er gebeurden van alles in het zogenaamde grijze circuit. Bijv. de stad in voor een zgn. boodschap. Dat werd toegestaan, mits je met een of meer personen je doel van je tocht in de stad bekend maakte. Zo maakte ik met 2 anderen regelmatig wandeltochten, maar wij waren de dekmantel voor een geheime afspraak van de derde persoon. Deze persoon kon dan zijn geheime liefde (vriendinnetje) in de stad Venlo ontmoeten.  De normen en waarden. De maatschappij van die tijd (1950) zat anders in elkaar dan nu. Vandaar dat het reglement (1956) van orde de volgende aandachtspunten bevatte: 
een deel van het schoolreglement: let op punt 4: De leerling, die tijdens de lessen ......... De katholieke identiteit van het College vind je terug in de Mores (1956): 
In deze gemeenschap had je alleen met mannen te maken. De eerste leerkracht, die met mevrouw werd aangesproken, was Mevrouw M.C.C.J. Marres, die een schooljaar (1959) engels gaf.
De schoolkrant "tolle lege", was een plek voor de literair begaafden en wat minder geschikt voor de huishoudelijke mededelingen. De redactie bestond natuurlijk uit literair begaafde leerlingen, die echter veel moeite hadden met het verkrijgen van geschikte kopij, want de normen en waarden zijn er.....
 
Ofschoon danslessen behoren bij de opvoeding en te maken hebben met je voetenwerk op de "rails" te houden, kan het ook als volgt ervaren worden in het volgende verslag uit Tolle lege (5-04-1963) : 
De illustraties werden ook door leerlingen verzorgd en hadden soms een hoog niveau. Zelfs karikaturen van leraren trof je eraan: 
Pater Rector Mr. Dr. J.L. Albers o.e.s.a. (=Orde Eremieten Sanctus Augustinus) hield een warming-up t.g.v. het begin van het nieuwe schooljaar 1962-1963. illustrator: Loek Beumer.
Het reliëf "Thersites versus Odysseus" is in 1961 aan de buitenmuur van de cantine geplaatst. Dit kunstobject is ontworpen door Math. Camp uit Heerlen. Uit de fantasiewereld van de klassieke schrijver Homerus is dit conflict beschreven in zijn boek Ilias.
 Links de klaagfiguren(Achaeën), Thersites (met mantel) en Odysseus, Trojaans paard en de liggende vrouw is moeder Aarde.
Er waren paters Augustijnen, die op een of andere wijze bijzonder waren:
Pater Sleegers werd in 1962 overgeplaatst naar een missiegebied:
Als afscheidscadeau een scooter . Hoe zou het hem vergaan zijn met dit voertuig in de missie !!!!!!????? Pater Neyzen werd ook naar een missiegebied gezonden.  Pater Jan Deins o.e.s.a. heb ik nog als medestudent meegemaakt. Hij was ook de koster samen met een broeder (Martinus) in de kapel van het internaat. Later in 1976 kwam ik hem weer tegen als pastor van de Augustinuskerk (mijn parochiekerk) in Amsterdam. Hij zegende ons kerkelijk huwelijk in.
 Pater Smit had een zgn democratisch gezag. Hij regisseerde ons toneelstuk:  Samen met mijn klasgenoten en rechts pater Smit. 
Na het eerste bedrijf was mijn rol wegens een moord tijdens het eerste bedrijf klaar. Vervolgens dook ik als souffleur onder het maaiveld om mijn collega's te ondersteunen.
Er waren ook bijzondere Thomaten (leerlingen van het St.-Thomascollege):
 In klas 3B Gymnasium (1955-1956) zaten 3 Thomaten: Vooraan 1e rechts:Jan vd Meer en 2e rij:Ton Regtien (TR) en Piet Tuyp (PT) 
Ton Regtien (1938-1989)
Het priesterambt was Regtiens eerste roeping. In 1954 ging hij uit eigen beweging naar het St.-Thomascollege van de paters Augustijnen in Venlo. In deze stad ontmoette hij zijn latere vrouw Riet. Na twee jaar seminarium hield Regtien het echter voor gezien, ging 'even plassen' en reed op de fiets terug naar Amsterdam.
Ondertussen kwam Regtien in Amsterdam in aanraking met de studentenproblematiek. In het voorjaar van 1963 kwam hij op de gedachte een progressieve studentenbeweging op te richten, naar het voorbeeld van de Union nationale des étudiants de France. Net als de Fransen beschouwde Regtien studenten als jonge intellectuele werknemers, met democratische en materieel-financiële rechten en maatschappelijke plichten. Regtiens pleidooi voor democratisering en studieloon in een serie artikelen die vanaf 15 februari 1963 in het Nijmeegs Universiteitsblad verscheen, maakte landelijk enthousiasme los. De Studentenvakbeweging (SVB) zag in juni 1963 het levenslicht in Utrecht. Na een succesrijk begin - democratisering van de studentenwereld, aandacht voor het studentenhuwelijk, pleidooi voor studieloon in het Demokratisch Manifest - leek de doorbraak te verzanden. Als voorzitter hield Regtien het al na een half jaar voor gezien.
 
De 63-jarige pater Piet Tuyp 0.E.S.A. is al 33 jaar werkzaam in de missie van Nieuw Guinea. Op zaterdag 15 november vertrekt hij weer naar zijn missiepost voor 3 à 4 jaar, en dat is mede afhankelijk van de situatie aldaar.
Pater Piet Tuyp is twee weken geleden voor een vakantie naar zijn geboortedorp teruggekeerd. Al 39 jaar is hij als missionaris in Sorong, Irian Jaya (West-Papua) werkzaam. Bericht:22-10-2003 Een Thomaat met een bijzondere carrière is Hans van Veggel.
Hij viel al meteen op in het circuit van het schooltoneel. Elk schooljaar was er een toneelstuk, dat uitgevoerd werd door leerlingen met pater Miltenburg als regisseur. Ook op het internaat werden toneeluitvoeringen georganiseerd. Hans van Veggel was present meestal in de hoofdrol. 
Prefectsfeest toneeluitvoering 1956.
In het toneelstuk Tien kleine negertjes van Agatha Christi speelde hij de hoofdrol: Na zijn eindexamen Gymnasium A ging hij naar het noviciaat van de Augustijnen: 
tolle lege 21-10-1960
Vervolgens koos hij een totaal andere richting nl. de studie Rechten.  Thans is hij in voor diverse functies: Sinds 1969 is Hans van Veggel advocaat te Amsterdam. Hij is partner bij Stibbe met vestigingen in Amsterdam, Brussel, Londen en New York. In zijn praktijk, die als algemeen kan worden omschreven, houdt hij zich in belangrijke mate bezig met vastgoedrecht en entertainmentrecht. Hans van Veggel is voorzitter van het Prins Bernhard Cultuur Fonds Amsterdam, voorzitter van het Kersjes van de Groenekan Fonds en het Bimhuis. Sinds 2004 is hij deken van de Orde van Advocaten in Amsterdam. Tevens is hij vice-voorzitter van de stichting VandenEndeFoundation. En het toneelspelen ???
Prefectsfeest Er was elk schooljaar een feest op het internaat, waarin alle verjaardagen gevierd werden. Er werd een programmaboekje gemaakt. O.a. eigen gemaakte liederen werden er gezongen, die suggereerden, dat de drank er ook was. Echter niets is minder waard. Er was thee en soms koffie, tenminste dat behoorde het te zijn.

Een in het latijn vertaald lied, dat dan ineens meerwaarde schijnt te krijgen.
Bekijk de foto's: Venlo. Theo Pas, 2-01-10.
|